Dit blog is begonnen als reactie op het foldertje "Evolutie of Schepping? Wat geloof jij?". Dit foldertje probeerde door vragen te stellen mensen aan het denken te zetten, maar stond vol van misinformatie. Dit blog probeert wat tegengas te geven en mensen op te roepen eens écht na te denken. Sindsdien worden ook andere onderwerpen dan evolutie behandeld.
woensdag 25 februari 2009
Reacties
Ik werd er door Gerdien en later ook door Henk op gewezen dat de woord verificatie niet werkte, zodat er geen reacties konden worden achtergelaten. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, zonder reacties heeft een blog weinig zin, dus ik heb de verificatie maar uitgezet. Mocht je eerder vergeefs geprobeerd hebben een reactie achter te laten, hoop ik dat je het nu nogmaals wilt proberen.
dinsdag 24 februari 2009
Wetenschap in ons onderwijs
Wie het debat tussen evolutie en creatie een tijdje gevolgd heeft, kan niet anders dan concluderen dat er bij een groot deel van de bevolking een te beperkt begrip van wetenschap is. In een vorig artikel had ik het over één mogelijke oorzaak: het conflict tussen geloof en evolutie. Dit conflict heeft ongetwijfeld geleid tot weerstand tegen evolutie en zelfs wetenschap in het algemeen, op zijn allerminst in bepaalde orthodox-religieuze kringen. Maar ik denk dat er nog andere mogelijke oorzaken zijn aan te wijzen - en ons onderwijs is zeker niet vrij van blaam.
Wat is er dan mis met ons onderwijs? Geven we dan geen les meer in natuurkunde, scheikunde en biologie? Natuurlijk wel. Men is zich er wel degelijk van bewust dat je in de moderne maatschappij niet zonder een zekere basiskennis van de wetenschap kunt. Daarom wordt ervoor gezorgd dat we zoveel mogelijk feitjes leren en zelfs wat formules leren hanteren. Ook het doen van metingen wordt niet vergeten.
Maar leren we hiermee wetenschap? Nee, niet noodzakelijk. Wat we voornamelijk leren op school is de kennis die door wetenschappers is opgedaan. Waar in mijn ogen veel te weinig aandacht aan wordt besteed, is leren hoe je zélf wetenschap kunt bedrijven. School zou veel meer aandacht kunnen besteden aan de wetenschappelijke methode zelf.
Uiteraard bedoel ik daarbij natuurlijk de bekende cyclus van de wetenschappelijke methode: je observeert een verschijnsel, waarvoor je een verklaring zoekt. Aan de hand van je observaties stel je een hypothese op. De hypothese leidt dan tot een voorspelling. De volgende stap is het opzetten van een experiment om die voorspelling te testen. Tenslotte wordt de hypothese verworpen, aangepast, of voorlopig aangenomen, afhankelijk van de resultaten van je experiment. De meeste van jullie zullen dit wel weten.
Maar dit is niet genoeg. Op een goede school en bij een goede leraar zal dit wel aan bod komen, maar er wordt te weinig oefening in gegeven. Een proef in een scheikundeles zal bijvoorbeeld vaak bestaan uit een soort recept dat je stap voor stap moet volgen, en de hypothese is vaak al gegeven. Dit leert je echter niet hoe je je experiment moet ontwerpen, zodanig dat je de grootste kans hebt aan te tonen of je hypothese klopt of niet.
Wat helemaal weinig aan bod komt, in mijn ervaring, zijn de menselijke factoren die een rol spelen in de wetenschap. Zo zijn weinigen zich bewust van het feit dat wij mensen bij voorkeur zoeken naar bewijs wat onze ideeën bevestigt, en hebben we sterk de neiging om bewijs dat onze ideeën ontkracht te negeren of te vergeten. Als je dus wilt leren hoe je je experiment moet opzetten, is het goed om hier rekening te houden en zelfs te proberen tegen deze neigingen in te gaan. De krachtigste experimenten zijn daarom vaak juist die experimenten die ontworpen zijn om een theorie te ontkrachten, niet de experimenten die een theorie bevestigen. Om te begrijpen hoe de wetenschap werkt, moet je dus weten hoe wetenschap probeert te corrigeren voor de menselijke tekortkomingen.
In zijn algemeenheid zou ik eigenlijk ook willen dat scholen meer tijd besteden aan het onderwijzen van kritisch denken, dan aan het vergaren van kennis. Uiteraard is kennis ook belangrijk, maar zonder het vermogen de kennis kritisch te analyseren is kennis weinig waard. Wanneer je echter in staat bent kritisch na te denken, ben je in staat je hele leven door te leren.
Eén manier waarop scholen dit zouden kunnen doen, is door meer aandacht te besteden aan logica en dan vooral het herkennen van logische fouten, drogredenen en andere oneerlijke argumenten. Ik denk dat er weinig bestaat dat je beter kan beschermen tegen het geloven van allerlei misinformatie. Wanneer je op de hoogte bent van het onjuist gebruiken van zaken als autoriteits-argumenten, ongeldige tweedelingen, omkeren van de bewijslast en vele, vele anderen, zul je ze ineens overal herkennen: in reclames, in de politiek, maar ook in de argumenten tegen evolutie, tegen Global Warming, of tegen de Holocaust.
Tot slot wil ik nog twee tekortkomingen noemen van hoe wetenschap in ons onderwijs behandeld wordt. De eerste is dat er naar mijn idee te weinig aandacht besteed wordt aan de onderlinge verbanden in de wetenschap, het wetenschappelijke web. Alle wetenschappen zijn onderling verbonden, via allerlei links, soms overduidelijk en soms verrassend. Niet alleen zou meer aandacht hieraan mensen meer doordringen van de manier waarop de wetenschappen elkaar ondersteunen en versterken (denk aan evolutie en geologie, bijvoorbeeld), maar het geeft ook het idee dat er een wijds landschap van wetenschap bestaat, waarin altijd meer te ontdekken is en altijd wel iets wat je interesseert. Ik denk dat dit veel stimulerender werkt dan te proberen de wetenschap in afzonderlijke vakgebieden te snijden en de onderwerpen in hokjes proberen te stoppen.
Aan het laatste punt wat ik wil noemen zou ik wel een heel apart artikel kunnen wijden, want het is een beetje een stokpaardje van mij: Ik vind dat we af moeten van het idee dat wetenschap moeilijk is. Dit geldt natuurlijk vooral voor de exacte wetenschappen, en misschien vooral ook voor wiskunde.
Mensen krijgen aan de ene kant te horen dat wetenschap alleen voor studiebollen is, terwijl het aan de andere kant als volkomen acceptabel beschouwd wordt om er niet goed in te zijn - en vaak zelfs stoer gevonden wordt. Hierdoor zullen veel mensen snel afhaken als het niet meteen makkelijk gaat.
Het ergste is nog dat sommige leraren het ermee eens lijken te zijn dat wetenschap moeilijk is, en denken dat je "er een hoofd voor moet hebben". Zulke leraren hebben dan ook doorgaans moeite met hun vak uit te leggen aan de leerlingen die het niet snel genoeg oppakken, wat tot nog meer uitval leidt.
Overigens lijken vooral meisjes nog het meest te lijden te hebben van deze effecten. Van meisjes wordt immers vaak al helemaal niet verwacht dat ze wetenschap snappen. Ik moet zeggen dat ik wel het idee heb dat dat langzaam aan het verbeteren is, maar het zou van mij best wat sneller mogen.
Dus het onderwijs kan wel een paar verbeteringen gebruiken. Meer onderwijs in de wetenschappelijke methode, niet alleen kennisoverdracht. Meer aandacht aan kritisch denken. Meer aandacht voor het totaalbeeld van wetenschap, in plaats van hokjesdenken. En vooral, meer stimulatie van wetenschap en minder ontmoediging. Zal dit het gebrek aan begrip voor wetenschap in de maatschappij oplossen? Vast niet. Onderwijs is zeker niet de enige invloed op jongeren, en waarschijnlijk niet eens de grootste invloed. Maar het zou wel een stap in de goede richting kunnen zijn.
Wat is er dan mis met ons onderwijs? Geven we dan geen les meer in natuurkunde, scheikunde en biologie? Natuurlijk wel. Men is zich er wel degelijk van bewust dat je in de moderne maatschappij niet zonder een zekere basiskennis van de wetenschap kunt. Daarom wordt ervoor gezorgd dat we zoveel mogelijk feitjes leren en zelfs wat formules leren hanteren. Ook het doen van metingen wordt niet vergeten.
Maar leren we hiermee wetenschap? Nee, niet noodzakelijk. Wat we voornamelijk leren op school is de kennis die door wetenschappers is opgedaan. Waar in mijn ogen veel te weinig aandacht aan wordt besteed, is leren hoe je zélf wetenschap kunt bedrijven. School zou veel meer aandacht kunnen besteden aan de wetenschappelijke methode zelf.
Uiteraard bedoel ik daarbij natuurlijk de bekende cyclus van de wetenschappelijke methode: je observeert een verschijnsel, waarvoor je een verklaring zoekt. Aan de hand van je observaties stel je een hypothese op. De hypothese leidt dan tot een voorspelling. De volgende stap is het opzetten van een experiment om die voorspelling te testen. Tenslotte wordt de hypothese verworpen, aangepast, of voorlopig aangenomen, afhankelijk van de resultaten van je experiment. De meeste van jullie zullen dit wel weten.
Maar dit is niet genoeg. Op een goede school en bij een goede leraar zal dit wel aan bod komen, maar er wordt te weinig oefening in gegeven. Een proef in een scheikundeles zal bijvoorbeeld vaak bestaan uit een soort recept dat je stap voor stap moet volgen, en de hypothese is vaak al gegeven. Dit leert je echter niet hoe je je experiment moet ontwerpen, zodanig dat je de grootste kans hebt aan te tonen of je hypothese klopt of niet.
Wat helemaal weinig aan bod komt, in mijn ervaring, zijn de menselijke factoren die een rol spelen in de wetenschap. Zo zijn weinigen zich bewust van het feit dat wij mensen bij voorkeur zoeken naar bewijs wat onze ideeën bevestigt, en hebben we sterk de neiging om bewijs dat onze ideeën ontkracht te negeren of te vergeten. Als je dus wilt leren hoe je je experiment moet opzetten, is het goed om hier rekening te houden en zelfs te proberen tegen deze neigingen in te gaan. De krachtigste experimenten zijn daarom vaak juist die experimenten die ontworpen zijn om een theorie te ontkrachten, niet de experimenten die een theorie bevestigen. Om te begrijpen hoe de wetenschap werkt, moet je dus weten hoe wetenschap probeert te corrigeren voor de menselijke tekortkomingen.
In zijn algemeenheid zou ik eigenlijk ook willen dat scholen meer tijd besteden aan het onderwijzen van kritisch denken, dan aan het vergaren van kennis. Uiteraard is kennis ook belangrijk, maar zonder het vermogen de kennis kritisch te analyseren is kennis weinig waard. Wanneer je echter in staat bent kritisch na te denken, ben je in staat je hele leven door te leren.
Eén manier waarop scholen dit zouden kunnen doen, is door meer aandacht te besteden aan logica en dan vooral het herkennen van logische fouten, drogredenen en andere oneerlijke argumenten. Ik denk dat er weinig bestaat dat je beter kan beschermen tegen het geloven van allerlei misinformatie. Wanneer je op de hoogte bent van het onjuist gebruiken van zaken als autoriteits-argumenten, ongeldige tweedelingen, omkeren van de bewijslast en vele, vele anderen, zul je ze ineens overal herkennen: in reclames, in de politiek, maar ook in de argumenten tegen evolutie, tegen Global Warming, of tegen de Holocaust.
Tot slot wil ik nog twee tekortkomingen noemen van hoe wetenschap in ons onderwijs behandeld wordt. De eerste is dat er naar mijn idee te weinig aandacht besteed wordt aan de onderlinge verbanden in de wetenschap, het wetenschappelijke web. Alle wetenschappen zijn onderling verbonden, via allerlei links, soms overduidelijk en soms verrassend. Niet alleen zou meer aandacht hieraan mensen meer doordringen van de manier waarop de wetenschappen elkaar ondersteunen en versterken (denk aan evolutie en geologie, bijvoorbeeld), maar het geeft ook het idee dat er een wijds landschap van wetenschap bestaat, waarin altijd meer te ontdekken is en altijd wel iets wat je interesseert. Ik denk dat dit veel stimulerender werkt dan te proberen de wetenschap in afzonderlijke vakgebieden te snijden en de onderwerpen in hokjes proberen te stoppen.
Aan het laatste punt wat ik wil noemen zou ik wel een heel apart artikel kunnen wijden, want het is een beetje een stokpaardje van mij: Ik vind dat we af moeten van het idee dat wetenschap moeilijk is. Dit geldt natuurlijk vooral voor de exacte wetenschappen, en misschien vooral ook voor wiskunde.
Mensen krijgen aan de ene kant te horen dat wetenschap alleen voor studiebollen is, terwijl het aan de andere kant als volkomen acceptabel beschouwd wordt om er niet goed in te zijn - en vaak zelfs stoer gevonden wordt. Hierdoor zullen veel mensen snel afhaken als het niet meteen makkelijk gaat.
Het ergste is nog dat sommige leraren het ermee eens lijken te zijn dat wetenschap moeilijk is, en denken dat je "er een hoofd voor moet hebben". Zulke leraren hebben dan ook doorgaans moeite met hun vak uit te leggen aan de leerlingen die het niet snel genoeg oppakken, wat tot nog meer uitval leidt.
Overigens lijken vooral meisjes nog het meest te lijden te hebben van deze effecten. Van meisjes wordt immers vaak al helemaal niet verwacht dat ze wetenschap snappen. Ik moet zeggen dat ik wel het idee heb dat dat langzaam aan het verbeteren is, maar het zou van mij best wat sneller mogen.
Dus het onderwijs kan wel een paar verbeteringen gebruiken. Meer onderwijs in de wetenschappelijke methode, niet alleen kennisoverdracht. Meer aandacht aan kritisch denken. Meer aandacht voor het totaalbeeld van wetenschap, in plaats van hokjesdenken. En vooral, meer stimulatie van wetenschap en minder ontmoediging. Zal dit het gebrek aan begrip voor wetenschap in de maatschappij oplossen? Vast niet. Onderwijs is zeker niet de enige invloed op jongeren, en waarschijnlijk niet eens de grootste invloed. Maar het zou wel een stap in de goede richting kunnen zijn.
maandag 23 februari 2009
Hij is binnen
Daar is hij dan. Na lang wachten zat hij vandaag met de andere junk mail in een plastic jasje.
Wat me bij het openen meteen opviel is dat ze toch wat wijzigingen hebben aangebracht. Vervelend genoeg voor mijn blog hebben ze bijvoorbeeld alle "Denk na!" blokjes vervangen door "Om over na te denken!" blokjes. Nou ja, "denk eens echt na" is nog steeds geen verkeerd motto. Ik denk ook niet dat het nodig is om terug te gaan en in al mijn oude berichten hiervoor aan te passen.
Verder lijken de wijzigingen vooral cosmetisch. Een plaatje hier en daar is anders, eentje erbij, eentje verdwenen. En natuurlijk wat mooie kleurtjes erbij. Opvallend afwezig zijn trouwens de twee plaatjes waarin hartjes met pijlen verbonden zijn met God, zoals je hier nog kunt zien, op bladzijde twee en zeven. Misschien dat ze die toch net te ver vonden gaan.
De inhoud is echter niet wezenlijk aangepast en bevat nog steeds dezelfde misinformatie en weglatingen. Bijvoorbeeld wordt bovenaan bladzijde 6 nog steeds beweerd dat de leeftijd van aardlagen een veronderstelling van evolutie is, zonder zelfs maar te suggereren dat er zoiets als geologie bestaat.
Mocht je behoefte hebben om wat meer met je folder te doen dan hem gewoon bij het oud papier te gooien, misschien heeft terugnaarjemaker.nl wel een goede suggestie: stuur hem gewoon terug!
zondag 15 februari 2009
Het conflict tussen evolutie en geloof
Inleiding
Binnen de wetenschap wordt evolutie algemeen geaccepteerd als de belangrijkste theorie binnen de biologie. Toch wordt evolutie door velen nog steeds als controversieel gezien. Het valt niet te ontkennen dat religie de voornaamste reden daarvoor is. Het gaat dan met name om het tussen conflict evolutie en schepping, of tussen evolutie en geloof in God.
Hoewel ik me tot nog toe op de wetenschappelijke kant geconcentreerd heb, ontkom ik er denk ik nu niet meer aan om wat te schrijven over het conflict tussen evolutie en geloof. Waar komt dit conflict vandaan? En hoeft dat conflict er ook te zijn?
Dit kon wel eens een lang artikel worden...
Geloof in God of niet?
Om dit maar meteen uit de weg te ruimen: De evolutietheorie dwingt je niet te kiezen tussen geloven in God en niet geloven in God. Het valt niet te bewijzen dat God niet bestaat, niet door evolutie en niet door wetenschap in het algemeen. Dit is dus niet de bron van het conflict, al zijn er aan beide zijden van de discussie mensen die zich hier blijkbaar niet van bewust zijn.
Scheppingsverhaal of evolutie?
De evolutietheorie dwingt je echter wel te kiezen tussen evolutie of het scheppingsverhaal van de Bijbel. Eigenlijk is het niet de evolutietheorie zelf die je dwingt te kiezen, maar alle bewijzen uit de paleontologie, geologie, anatomie, genetica, enzovoort, die Genesis 1 en 2 rechtstreeks tegenspreken. Evolutietheorie is alleen maar een overkoepelende verklaring die uit al die bewijzen is gedestilleerd.
Dus als je gelooft in een zeer letterlijke interpretatie van de Bijbel, dan hebben we hier al een zeer sterke bron van conflict. Sommige mensen zijn bereid grote delen van de werkelijkheid te ontkennen, om maar vast te kunnen houden aan deze letterlijke interpretatie. Toch wil ik niet al te lang bij deze groep stil staan, want het gaat hier om een minderheid van de gelovigen, al is het wel een luidruchtige minderheid. Het lijkt me juist interessanter om eens niet naar deze extremisten te kijken.
Theïstische evolutie
Een grote meerderheid van gelovigen heeft helemaal geen onoverkomelijke problemen met een niet-letterlijke interpretatie van de Bijbel, waarbij een groot deel van de verhalen symbolisch gelezen moet worden. Deze zienswijze bestond ook al eeuwen voor Darwin zijn Origin of Species schreef. Mensen uit deze groep hebben dan ook weinig moeite met het integreren van evolutie in hun geloof en komen uit op theïstische evolutie: als God de schepper van alles is, dan is God ook de drijvende kracht achter evolutie. Waarschijnlijk is evolutie gewoon het middel dat God gebruikte voor de schepping van de mens. Ik heb dit zelf overigens ook geruime tijd gedacht.
Conflict opgelost? Voor sommigen wel, maar als je dieper doordenkt over de implicaties, merk je dat er toch nog steeds conflicten zijn.
Hoe maakte God precies gebruik van evolutie om de mens te scheppen? Eén opvatting is dat God gedurende de hele geschiedenis van het heelal continu ingreep in de evolutie, om constant de evolutie bij te sturen om bij de mens uit te komen. Maar deze opvatting geeft weer een nieuw conflict: als God almachtig en alwetend is, waarom deed hij dat dan in één keer goed, in plaats van voortdurend te moeten sleutelen? En kon hij geen meer liefdevol mechanisme van schepping bedenken dan de evolutie, met zijn strijd voor het bestaan en zijn massa-uitstervingen? Het is ook vervelend dat we nog nooit bewijs hebben gevonden van het direct ingrijpen van God, al hebben velen dat wel geprobeerd. Intelligent Design is bijvoorbeeld de meest recente poging hiertoe.
Een tweede opvatting is dat God aan het begin der tijden de natuurwetten opstelde en daarna het heelal in beweging zette. Door zijn almacht en alwetendheid wist hij dat dat uiteindelijk zijn gewenste resultaat zou opleveren: de mens. Dit is waarschijnlijk de populairste opvatting van de twee, want het past heel mooi met zowel evolutie als de Big Bang theorie voor het ontstaan van het heelal. Het andere mooie van deze opvatting is dat de wetenschap (nog) niet zover in het verleden van het heelal kan doordringen, dus we kunnen niet bewijzen dat het niet zo gegaan is. Ook hier blijft er echter een conflict over, want dit schetst een beeld van een God die het heelal heeft geschapen en er daarna zijn handen vanaf trok, niet van een God die zich actief voor ons interesseert en zich met ons leven bemoeit. Uiteraard blijft ook nog steeds het bezwaar dat de almachtige en liefdevolle God blijkbaar geen vriendelijker methode kon bedenken dan evolutie.
Het is dus duidelijk dat er nog steeds conflicten zijn. Je kunt ze makkelijk oplossen door aan te nemen dat God niet almachtig of alwetend is, of zelfs niet liefhebbend, maar ik denk dat weinigen daartoe bereid zijn.
Cognitieve dissonantie
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze conflicten onoplosbaar zijn. Eén mogelijkheid is het conflict gewoon negeren: cognitieve dissonantie. Het conflict is nu klein genoeg geworden dat een persoon in twee beelden van God tegelijk kan geloven: aan de ene kant in een God die alleen aan het begin der tijden de Big Bang veroorzaakte, aan de andere kant in een God die zich persoonlijk met je leven bemoeit. Veel mensen die dit doen zijn zich er nauwelijks van bewust en schakelen moeiteloos heen en weer tussen de twee beelden. Zo zullen sommigen zonder te blikken of te blozen het bestaan van een persoonlijke god proberen te verdedigen door de redelijkheid aan te tonen van een god die de Big Bang veroorzaakt heeft.
Het hogere plan
Een andere optie is het vaak gehoorde argument dat God een hoger plan heeft dat wij niet kunnen begrijpen. Bijvoorbeeld, God is liefde, maar als God vond dat een pijnlijk proces als evolutie nodig was voor de schepping, dan had hij daar vast een goede, diepere reden voor. Dit lost het conflict volkomen op, natuurlijk, en elk mogelijk toekomstig conflict ook. Je hebt nu immers een beeld van God dat zich aanpast aan elke situatie, want wat je ook waarneemt, het moet altijd deel van Gods plan zijn.
Dit is een volkomen valide beeld van God. Daarmee heb je natuurlijk wel een flinke verschuiving van je beeld van God gemaakt. In plaats van een duidelijk omschreven God, met duidelijk omschreven eigenschappen en doeleinden, heb je nu een God die niet te begrijpen en niet te voorspellen is. Deze vorm van God is dus niet meer geschikt om verklaringen voor de wereld te geven. Omgekeerd kan je dus ook niet meer de vorm van de wereld gebruiken om het bestaan of karakter van God aan te tonen.
Het grote voordeel is wel dat deze God ook niet te ontkrachten is, terwijl deze nog steeds troost kan bieden en zou hij ook nog steeds kunnen heersen over het hiernamaals. Deze visie van God is dus ook vrij populair.
Conclusie
Dus is er een conflict tussen geloof en evolutie? Het antwoord moet "ja" zijn. We hebben gezien dat er nog steeds mensen zijn wiens beeld van God in strijd is met de feiten uit de evolutie. Dus er is wel degelijk een conflict gaande. Dit conflict is al aan de gang sinds Darwin zijn boek publiceerde. En omdat voor veel mensen hun geloof een belangrijk onderdeel is van hun identiteit, waardoor ze hun religieuze opvattingen niet makkelijk aanpassen, zal dit conflict nog wel hele een tijd door woeden.
Hoeft dat conflict er ook te zijn? Nee, want we hebben ook gezien dat het niet noodzakelijk is om een conflict te hebben tussen een geloof in God en een acceptatie van evolutie.
Zolang je bereid bent om je beeld van God aan te passen, tenminste, want één ding is duidelijk: telkens is het beeld van God aangepast aan het beeld dat de wetenschap van de wereld schetst, niet andersom. Ook degenen wiens religieuze opvattingen geen moeite met evolutie hebben, zullen moeten toegeven dat evolutie een grote invloed op hun geloof gehad heeft.
Daarom denk ik ook dat wetenschap en geloof nooit volmaakt in harmonie zullen leven. Het is bijna onvermijdelijk dat er nieuwe ontdekkingen gedaan worden die tot nieuwe spanningen zullen leiden. Het is net zo onvermijdelijk dat uiteindelijk het geloof weer zal worden aangepast aan de wetenschap. Het lijkt me dus niet terecht om vol te houden dat geloof en wetenschap in harmonie kunnen bestaan.
donderdag 12 februari 2009
zaterdag 7 februari 2009
Vikingen: zeerovers of avonturiers?
Even geen evolutie vandaag. Een tijd geleden besprak ik het hoofdstuk in de brochure "Evolutie of Schepping" over soorten wetenschap, waarin getracht werd evolutie als een historische wetenschap af te schilderen. Daarnaast werd er gesuggereerd dat historische wetenschappen inherent onbetrouwbaar zijn. Dit met het idee om aan te tonen dat evolutie inherent onbetrouwbaar is ("Je was er niet bij"). Het mag duidelijk zijn dat de argumenten hiervoor aan alle kanten rammelden.
Eén deel van het hoofdstuk heb ik toen overgeslagen: het stukje over de Vikingen. Ik had al twee artikelen aan het hoofdstuk gewijd en werd het eerlijk gezegd een beetje zat, maar ik loop sindsdien al met het idee om toch wat over de Vikingen uit te wijden. Een opmerking van Drakan, die blijkbaar in Denemarken woont, bracht me ertoe er eindelijk maar eens aan te beginnen.
Wat schrijven de auteurs van "Evolutie en Schepping precies?"
De strekking van het citaat is duidelijk: de Zweden hebben een heel ander gezichtspunt dan de Nederlanders over de Vikingen en dus komen ze tot een tegengestelde conclusie.
Helaas zullen we zien dat deze regels van een vergelijkbare bedenkelijke kwaliteit zijn als de rest van de brochure. Allereerst moet je je bedenken dat "Vikingen" en "Noormannen" niet helemaal hetzelfde zijn. Het woord "Viking" verwees naar een zeeman of krijger die op overzeese expeditie ging. Lang niet alle Noormannen werden dan ook Viking; de meesten bleven thuis om het land te verbouwen, te handelen, enzovoort. In de loop van de tijd werd echter het woord Viking in het populair taalgebruik steeds meer gebruikt om de hele beschaving mee aan te duiden.
Maar er is nog een andere vraag die je jezelf moet stellen: Is de conclusie van de Zweden en de Nederlanders wel zo tegengesteld?
Nee dus. De Vikingen waren beide: zowel plunderaars als dappere zeevaarders, veroveraars zowel als handelaren. De meeste mensen weten wel van de plunderingen van de Vikingen, maar niet iedereen weet bijvoorbeeld dat het handelsnetwerk van de Vikingen zich uitstrekte tot Rusland, het Middellandse Zee-gebied en zelfs het Midden-Oosten. De Vikingen waren uiterst kundige zeevaarders en navigators. Vikingse ontdekkingsreizigers hebben zelfs de kust van Noord-Amerika bereikt, lang voor Columbus dacht dat hij in India was geland. Eigenlijk zouden ze in de Verenigde Staten Leif Eriksson-dag moeten vieren, niet Columbus-dag.
De Vikingen waren echter ook weer geen lieverdjes. Een niet onbelangrijk deel van hun handel bestond bijvoorbeeld uit slaven. En een deel van hun expedities waren inderdaad niet meer dan plundertochten, hoewel ze ook delen van Groot-Britannië, Ierland en Frankrijk (Normandië!) gekoloniseerd hebben (wat ook niet altijd vreedzaam ging).
Dus we hebben hier niet te maken met twee tegengestelde conclusies, maar met twee aspecten van dezelfde beschaving. Waarom leren kinderen in Nederland dan wat anders over Vikingen dan kinderen in Scandinavië? Eigenlijk is dat antwoord heel simpel. Van alle aspecten van de Vikingen werd Nederland het meest beïnvloed door de plunderingen. Scandinavië, aan de andere kant, werd juist veel meer beïnvloed door de handel die gedreven werd en de schatten vanuit alle uithoeken van de wereld waar de Vikingen mee thuis kwamen. Voor jonge kinderen moet je het nog niet te ingewikkeld maken, dus het is niet meer dan logisch dat kinderen alleen de aspecten bestuderen die de grootste invloed had op de geschiedenis van hun eigen land.
Als de kinderen ouder worden en zich voor geschiedenis interesseren, kunnen ze makkelijk meer te weten komen over de Vikingen. Dan zullen ze erachter komen dat er nog veel meer aspecten aan de Vikingen zaten dan ze misschien wel dachten. Ook hebben ze dan de leeftijd om de verschillende nuances beter te begrijpen.
Eigenlijk begaan de auteurs van "Evolutie of Schepping" hier dezelfde fout als in hoofdstuk 5, Een paar feiten: D, Fouten in schoolboeken: ze beoordelen de wetenschap op wat er in schoolboeken staat. Schoolboeken mogen dan een beperkt beeld geven, maar de wetenschap bestrijkt wel degelijk het hele spectrum van de Viking beschaving.
En dat is wat me nog het meeste dwars zit. Er zijn zoveel interessante aspecten aan de Vikingen om te ontdekken, zoveel nuances om uit te zoeken. Wist je bijvoorbeeld dat veel Vikingen Christenen waren?
En dan doet "Evolutie of Schepping" alsof dat allemaal niet bestaat.
De brochure geeft de lezer de weliswaar opdracht "denk na", maar ze vergeten daarbij een tweede opdracht te geven. Zonder die tweede opdracht heeft nadenken alleen niet veel zin. Dus zal ik het maar zeggen: "Kijk om je heen en ontdek".
Eén deel van het hoofdstuk heb ik toen overgeslagen: het stukje over de Vikingen. Ik had al twee artikelen aan het hoofdstuk gewijd en werd het eerlijk gezegd een beetje zat, maar ik loop sindsdien al met het idee om toch wat over de Vikingen uit te wijden. Een opmerking van Drakan, die blijkbaar in Denemarken woont, bracht me ertoe er eindelijk maar eens aan te beginnen.
Wat schrijven de auteurs van "Evolutie en Schepping precies?"
Bijvoorbeeld:
In Zweden kijken de kinderen heel anders naar de “Noormannen”(Vikingen) dan hier in Nederland. Voor ons waren de Noormannen zeerovers die onze rivieren opvoeren om te plunderen en te roven. De kinderen in Zweden lezen over de “Vikingen” als dappere avonturiers die grote schatten verzamelden.
De strekking van het citaat is duidelijk: de Zweden hebben een heel ander gezichtspunt dan de Nederlanders over de Vikingen en dus komen ze tot een tegengestelde conclusie.
Helaas zullen we zien dat deze regels van een vergelijkbare bedenkelijke kwaliteit zijn als de rest van de brochure. Allereerst moet je je bedenken dat "Vikingen" en "Noormannen" niet helemaal hetzelfde zijn. Het woord "Viking" verwees naar een zeeman of krijger die op overzeese expeditie ging. Lang niet alle Noormannen werden dan ook Viking; de meesten bleven thuis om het land te verbouwen, te handelen, enzovoort. In de loop van de tijd werd echter het woord Viking in het populair taalgebruik steeds meer gebruikt om de hele beschaving mee aan te duiden.
Maar er is nog een andere vraag die je jezelf moet stellen: Is de conclusie van de Zweden en de Nederlanders wel zo tegengesteld?
Nee dus. De Vikingen waren beide: zowel plunderaars als dappere zeevaarders, veroveraars zowel als handelaren. De meeste mensen weten wel van de plunderingen van de Vikingen, maar niet iedereen weet bijvoorbeeld dat het handelsnetwerk van de Vikingen zich uitstrekte tot Rusland, het Middellandse Zee-gebied en zelfs het Midden-Oosten. De Vikingen waren uiterst kundige zeevaarders en navigators. Vikingse ontdekkingsreizigers hebben zelfs de kust van Noord-Amerika bereikt, lang voor Columbus dacht dat hij in India was geland. Eigenlijk zouden ze in de Verenigde Staten Leif Eriksson-dag moeten vieren, niet Columbus-dag.
De Vikingen waren echter ook weer geen lieverdjes. Een niet onbelangrijk deel van hun handel bestond bijvoorbeeld uit slaven. En een deel van hun expedities waren inderdaad niet meer dan plundertochten, hoewel ze ook delen van Groot-Britannië, Ierland en Frankrijk (Normandië!) gekoloniseerd hebben (wat ook niet altijd vreedzaam ging).
Dus we hebben hier niet te maken met twee tegengestelde conclusies, maar met twee aspecten van dezelfde beschaving. Waarom leren kinderen in Nederland dan wat anders over Vikingen dan kinderen in Scandinavië? Eigenlijk is dat antwoord heel simpel. Van alle aspecten van de Vikingen werd Nederland het meest beïnvloed door de plunderingen. Scandinavië, aan de andere kant, werd juist veel meer beïnvloed door de handel die gedreven werd en de schatten vanuit alle uithoeken van de wereld waar de Vikingen mee thuis kwamen. Voor jonge kinderen moet je het nog niet te ingewikkeld maken, dus het is niet meer dan logisch dat kinderen alleen de aspecten bestuderen die de grootste invloed had op de geschiedenis van hun eigen land.
Als de kinderen ouder worden en zich voor geschiedenis interesseren, kunnen ze makkelijk meer te weten komen over de Vikingen. Dan zullen ze erachter komen dat er nog veel meer aspecten aan de Vikingen zaten dan ze misschien wel dachten. Ook hebben ze dan de leeftijd om de verschillende nuances beter te begrijpen.
Eigenlijk begaan de auteurs van "Evolutie of Schepping" hier dezelfde fout als in hoofdstuk 5, Een paar feiten: D, Fouten in schoolboeken: ze beoordelen de wetenschap op wat er in schoolboeken staat. Schoolboeken mogen dan een beperkt beeld geven, maar de wetenschap bestrijkt wel degelijk het hele spectrum van de Viking beschaving.
En dat is wat me nog het meeste dwars zit. Er zijn zoveel interessante aspecten aan de Vikingen om te ontdekken, zoveel nuances om uit te zoeken. Wist je bijvoorbeeld dat veel Vikingen Christenen waren?
En dan doet "Evolutie of Schepping" alsof dat allemaal niet bestaat.
De brochure geeft de lezer de weliswaar opdracht "denk na", maar ze vergeten daarbij een tweede opdracht te geven. Zonder die tweede opdracht heeft nadenken alleen niet veel zin. Dus zal ik het maar zeggen: "Kijk om je heen en ontdek".