zondag 25 januari 2009

5. Een paar feiten: D. Fouten in schoolboeken

Ah ja, de beruchte embryo tekeningen van Haeckel.

Denk na!
Welke reden zou dhr. Haeckel in 1879 gehad hebben om deze embryo’s zo te tekenen dat ze op elkaar lijken? En waarom zouden ze nog steeds gebruikt worden?


Eén vraag tegelijk: wat wilde Haeckel eigenlijk aantonen? Haeckel zag inderdaad verder bewijs voor evolutie in de overeenkomsten tussen embryo's van verschillende soorten, maar hij wilde vooral zijn eigen theorie overbrengen: Haeckel dacht dat een embryo tijdens zijn ontwikkeling alle stadia van evolutie doorloopt, als een soort film waarin je alle voorouders zou kunnen herkennen. Haeckel had namelijk gezien dat embryo's van gewervelde dieren in een vroeg stadium plooien hebben die zich bij vissen tot kieuwen ontwikkelen. Menselijke embryo's hebben gedurende een zekere periode nog een staart.

Helaas voor Haeckel had hij het toch fout. De eerste fasen van embryo's lijken veel minder op elkaar dan zijn tekeningen suggereren. Ook hebben nauwkeuriger waarnemingen vastgesteld dat organismen niet alle stadia doorlopen van hun afstamming. Of Haeckel bewust of onbewust zijn tekeningen zo gemaakt heeft dat ze meer overeen kwamen met zijn eigen ideeën is moeilijk te zeggen. Daarom is het zo'n belangrijk onderdeel van de wetenschap dat andere wetenschappers, die niet bevooroordeeld zijn, deze ideeën nogmaals testen.

Toch was Haeckel's werk niet compleet onzinnig. Andere wetenschappers uit die tijd, zoals Karl Ernst von Baer, bestudeerden ook embryo's en vonden ook opvallende overeenkomsten in embryonale ontwikkeling tussen gewervelde dieren.

Op zichzelf is het helemaal niet zo gek om te bedenken dat bij soorten die op elkaar lijken de embryonale ontwikkeling ook op elkaar lijkt, zelfs als je niet in evolutie gelooft. Waarom wordt embryologie dan toch als ondersteuning van evolutie gezien? Kijk eens naar het plaatje rechts van een menselijk embryo. Zie je de plooien onder het "hoofdje"? Deze worden kieuwbogen genoemd, omdat ze in vissen uitgroeien tot kieuwen. Waarom zouden menselijke embryo's die hebben? Ze worden duidelijk niet gebruikt om kieuwen te groeien. In plaats daarvan vormen deze plooien uiteindelijk een deel van ons gezicht, onze kaak en ons binnenoor.

Het idee is dat het mechanisme om kieuwbogen te vormen een deel is van het basis-ontwerp van alle gewervelde dieren en is overgeërfd van onze verre voorouders. Het mechanisme om de kieuwbogen vervolgens om te vormen tot kieuwen is echter in de loop van miljoenen jaren sterk aangepast om in plaats daarvan er ons gezicht mee te construeren. De evolutie van deze mechanismen is te zien door de embryonale ontwikkeling van vele soorten te bestuderen. Recent is daar ook DNA bewijs bij gekomen, waarbij gekeken wordt hoe verschillende genen de embryonale ontwikkeling aansturen. Het blijkt dat de genen die verantwoordelijk zijn voor het vormen van kieuwbogen in gewervelde dieren vrijwel hetzelfde zijn gebleven. De genen die echter verantwoordelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van de kieuwbogen zijn juist veel meer veranderd.

Embryologie is dus een belangrijk onderdeel van biologie en van de evolutie theorie. Geen wonder dus dat we in schoolboeken over biologie tekeningen aantreffen waarin verschillende stadia van embryonale ontwikkeling van verschillende dieren worden vergeleken.

De tweede vraag: Waarom worden Haeckels tekeningen nog steeds gebruikt? Geen idee. Gemakzucht? Omdat er geen auteursrechten meer op rusten? Omdat biologieboeken geschreven worden door algemene biologen, niet door embryologen?

Ik ben niet bekend met de schoolboeken die tegenwoordig in middelbare scholen gebruikt worden, maar als er nog boeken zijn die illustraties gebruiken die inderdaad van Haeckel's werk zijn afgeleid, dan wordt het hoog tijd dat ze die aanpassen. Helaas lopen schoolboeken soms wat achter op de wetenschappelijke werkelijkheid, hoewel ik moet toegeven dat Haeckel toch al wel heel lang achterhaald zou moeten zijn. Andere auteurs, zoals Miller en Levine, auteurs van de meest gebruikte biologie boeken in de VS, hebben inmiddels hun illustraties aangepast.

Aan de andere kant moet je niet vergeten dat een tekening in een schoolboek geen bewijs is, niet voor evolutie, niet ertegen. Een tekening in een schoolboek heeft een heel andere functie: de tekening moet een principe duidelijk maken aan de lezer. In dit geval is dat het feit dat er overeenkomsten zijn in de embryonale ontwikkeling tussen verschillende soorten. Daarbij mogen best voorbeelden gebruikt worden die speciaal geselecteerd zijn om zo duidelijk mogelijk die overeenkomst aantonen, in plaats van voorbeelden waarin alleen experts de overeenkomsten kunnen aanwijzen. Ook artistieke vrijheden zoals het aanpassen van de oriëntatie en de schaal zodat ze allemaal overeenkomen zijn daarbij best toegestaan, zolang dit vermeldt wordt (wat Haeckel ook deed in zijn onderschriften).

Haeckel's tekeningen vervullen technisch gezien die functie. Dat neemt niet weg dat het inderdaad beter zou zijn om daarvoor meer accurate illustraties te gebruiken, zoals die van Miller en Levine hierboven, of misschien beter nog, foto's zoals hieronder.


Terug naar "Evolutie of Schepping". De auteurs geven hier een alternatieve serie illustraties die beter zouden kloppen met de werkelijkheid. Maar waar de auteurs Haeckel (terecht) bekritiseerden omdat hij illustraties koos die zo goed mogelijk op elkaar leken, lijken zij juist gekozen te hebben voor illustraties die zo verschillend mogelijk waren. Ze staan in allerlei verschillende hoeken gedraaid, de salamander is getekend in een fase waarin de dooierzak enorm is en het menselijke embryo is bijna niet meer te herkennen omdat ook daar de placenta dooierzak op het plaatje staat. Bovendien is er maar één fase in de ontwikkeling getekend voor elke soort. Klinkt een beetje als de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet.

Toevoeging: de illustraties van "Evolutie en Schepping" zijn getekend naar foto's door M.K. Richardson. Ik had je de link willen geven naar zijn artikel, maar zijn site is onder constructie. Wel heb ik een artikel gevonden dat zowel de foto's bevat, als een verdere uitleg waarom deze misleidend zijn. Ook de NCSE bespreekt Richardson's werk en laat zien hoe zijn werk verkeerd geïnterpreteerd is en via Jonathan Wells zijn weg gevonden heeft naar de literatuur van de Intelligent Design beweging. En nu duikt het idee dus weer op in lectuur van creationisten.

Uiteindelijk kan ik ze wel vergeven dat ze hun illustraties kozen om zo verschillend mogelijk te zijn, uiteindelijk willen ze met hun illustraties immers ook alleen maar een principe aantonen. Dit principe komt dan ook duidelijk over: "schoolboeken over evolutie bevatten fouten (misschien wel met opzet) en daarom is evolutie zelf onbetrouwbaar." Je hoort ze bijna zeggen "wat houden ze nog meer voor ons achter?"

Maar is het wel zo eerlijk om de evolutietheorie te beoordelen op de tekortkomingen van schoolboeken? Nee. Dat zou net zoiets zijn als het Christendom beoordelen op basis van de tekortkomingen van kinderbijbels. Net als dat een kinderbijbel nooit een complete en getrouwe afspiegeling kan zijn van de theologie, is een schoolboek nooit een complete en getrouwe afspiegeling van de wetenschap - en dat is dan ook hun doel niet.

2 opmerkingen:

  1. De man is voor de tekeningen van de universiteit afgetrapt. Hij was absoluut doelbewust bezig om de evolutie te verkondigen, hier bestaat geen twijfel over. Iemand van zijn kaliber weet heel goed waar hij mee bezig is!

    kabel

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @kabel: heb je ook een bron voor de bewering dat Haeckel hiervoor ontslagen is? Het lijkt erop dat niemand nog een bron heeft kunnen geven die dit aantoont (zie hier, onder "claim #2").

    Zover ik heb kunnen nagaan (zie onder andere wikipedia) is Haeckel verder tot 1909 professor geweest aan de universiteit van Jena. Hij was dus 75 jaar toen hij met pensioen ging. Dat klinkt nou niet bepaald alsof hij vroegtijdig er afgetrapt is.

    BeantwoordenVerwijderen

Als je anoniem reageert, onderteken dan alsjeblieft je bericht ergens mee (hoeft uiteraard niet je echte naam te zijn), zodat we de verschillende "Anoniems" uit elkaar kunnen houden.