"Evolutie of Schepping" maakt in dit hoofdstuk onderscheid tussen twee soorten wetenschap: Technische wetenschap en historische wetenschap. Technische wetenschap is de soort wetenschap waar we de computer en lucht- en ruimtevaart aan te danken hebben:
Deze onderzoekt hoe dingen werken. Er kunnen proeven (experimenten) uitgevoerd worden die te herhalen zijn.
Historische wetenschap, aan de andere kant, wordt als volgt gedefinieerd:
Deze probeert te verklaren, hoe in het verleden iets gegaan is. De gebeurtenissen die voorbij zijn, kunnen niet herhaald worden.
Klinkt allemaal vrij redelijk, niet? En toch is dit weer een geval waar het een stuk minder redelijk klinkt als je wat dieper doordenkt.
Allereerst: de wetenschap maakt zelf dit onderscheid niet. Waarom zou dat zo zijn? En waarom maakt "Evolutie of Schepping" dit onderscheid dan wel?
Als je er echt over nadenkt, merk je al gauw dat deze tweedeling geen stand houdt. Zo zijn er vele wetenschappen die niet helemaal in de ene categorie of in de andere vallen. Taalkunde, bijvoorbeeld. Je kunt geen Nederlands studeren zonder ook middeleeuws Nederlands te bestuderen.
Zelfs natuurkunde, waarvan je misschien wel dacht dat het de meest technische van de wetenschappen was valt niet zomaar in die categorie te stoppen. Immers, als je de wetten van de zwaartekracht kent, kun je niet alleen voorspellen waarheen de planeten in de toekomst bewegen, maar kun je ook net zo makkelijk terugrekenen waar ze in het verleden vandaan kwamen.
En zo is het ook met evolutionaire biologie. Deze tak van de biologie bestudeert inderdaad hoe het leven zich in het verleden ontwikkeld heeft - maar ook hoe het leven zich nu ontwikkelt. Daarbij maakt evolutionaire biologie wel degelijk gebruik van experimenten die te herhalen zijn. Een mooi voorbeeld is het werk van Richard Lenski. Lenski plaatste E. Coli bacteriën in een omgeving rijk aan citraat. Van nature kan E. Coli geen citraat verteren, maar mutaties die dit wel mogelijk maken zouden in deze omgeving zeker voordelig zijn. De evolutietheorie voorspelt in dat geval dat uiteindelijk de bacteriën met de mogelijkheid tot citraat consumptie de overhand zullen krijgen. Twintig jaar lang bestudeerde Lenski E. Coli populaties om te zien of dit inderdaad gebeurde, waarbij hij eens in de zoveel tijd een deel van elke populatie in vroor, zodat hij zo nodig het experiment vanaf dat punt kon herhalen. En wat blijkt: niet alleen ontwikkelde één van de populaties uiteindelijk de gewenste eigenschap, Lenski kon dit ook nog eens herhalen met eerder ingevroren populaties die die eigenschap nog niet hadden.
Is evolutionaire biologie dan een historische of dan toch een technische wetenschap? Het zal inmiddels al duidelijk zijn: dit is een onzinnige tweedeling. Misschien dat de wetenschap zelf deze daarom dan ook niet gebruikt. In een volgend bericht zullen we bekijken waarom dit onderscheid dan zo belangrijk is voor de schrijvers van "Evolutie of Schepping".
Deel twee hier.