Nog even snel een paar links naar wat tegenstand van "Evolutie of Schepping" die ik vond tijdens een zoektocht op Google:
zondag 15 maart 2009
Beroep op kansrekening
Een veelgehoord argument tegen evolutie heeft ongeveer de volgende vorm: "De kans dat een bepaald eiwit/DNA/een bacterie zich vanzelf vormt is extreem klein, dus evolutie kan niet waar zijn." Dit beroep op kansrekening is het onderwerp van dit artikel.
Eigenlijk heeft het ontstaan van het eerste leven weinig met evolutie te maken, want evolutie is een verklaring voor de diversiteit en complexiteit van het leven, niet van het ontstaan ervan. Zelfs als het allereerste leven door een god geschapen is, dan nog kan evolutie waar zijn, dus dit beroep op kansrekening zegt niets over evolutie. Zoals ik hier ook al zei is het ontstaan van leven het terrein van abiogenese.
Ik vermoed dat de verwarring ontstaan is doordat evolutie door velen gezien wordt als "het wetenschappelijke scheppingsverhaal", als tegenhanger van het Christelijke scheppingsverhaal. Abiogenese hoort dus ook bij dat "wetenschappelijke scheppingsverhaal". Dus laten we eens kijken of dit beroep op kansrekening ook enig gewicht in de schaal legt tegenover het huidige wetenschappelijke begrip van abiogenese.
Het argument gaat meestal ongeveer als volgt: gegeven een verzameling aminozuren, wat is de kans dat ze allemaal tegelijkertijd samenkomen op precies die manier dat ze een bepaald eiwit (of DNA, of zelfs een bacterie) vormen? Dat hangt natuurlijk af van op hoeveel manieren je die atomen kan rangschikken. Meestal worden daar schattingen voor gegeven en worden daar dan weer kansen uitgerekend. De precieze waarden maken niet zoveel uit, de conclusie is altijd dat de kans uiterst klein is en daarom is het onmogelijk dat het zo gegaan is.
Daar ben ik het mee eens. Ik heb er zelfs totaal geen problemen mee om dat toe te geven, want de wetenschap beweert ook helemaal niet dat het wél zo gegaan is.
In plaats daarvan denken wetenschappers die zich met abiogenese bezighouden dat de ontwikkeling van simpele aminozuren tot primitieve cellen zich stapsgewijs heeft voltrokken. De kansrekening van elk klein stapje kon wel eens heel anders zijn, waarmee de kansberekening voor de hele ontwikkeling ook heel anders kan uitpakken.
Laat ik het principe uitleggen aan de hand van iets wat we allemaal kennen: galgje. Om het makkelijker te maken voor de kansrekening (maar moeilijker voor de speler) doen we "galgje voor gevorderden" en gebruiken we de regel dat je elke letter apart moet raden. Dus als een woord twee keer een 'A' heeft, moet je ook twee keer een 'A' raden. In dit voorbeeld gaan we een woord van 10 letters raden.
Met 10 letters hebben we 2610 verschillende mogelijke combinaties. Dat zijn meer dan 141 triljoen mogelijkheden! Dat betekent dat als ik willekeurig 10 letters neem, dat ik een kans van 1 op 141 triljoen heb om het goed te raden. Ik zou het natuurlijk bij de eerste gok al goed kunnen hebben, maar dat is niet echt waarschijnlijk. Als ik elke tien seconden willekeurig een combinatie van 10 letters kies, dan verwacht ik dat het me een kleine 45 miljoen jaar kost om het juiste antwoord te vinden. Dus kan ik het woord nooit raden.
Maar je voelt natuurlijk al aan dat dat niet klopt. Dit is een stukje kansrekening dat geen enkele rekening houdt met de regels van galgje: ik hoef niet alle 10 letters tegelijk te raden, maar mag letter voor letter raden. Elke letter die ik correct raad blijft staan. Ik hoef dus niet steeds opnieuw te beginnen. Zelfs als ik compleet willekeurig letters raad, kan ik verwachten het woord te raden in 10×26 pogingen, in plaats van 2610 pogingen. Dat is beduidend minder! En dan heb ik nog niet eens gebruik gemaakt van het feit dat de meeste van de 2610 combinaties geen zinnige woorden vormen, of dat bepaalde letters of combinaties vaker voorkomen dan andere, waarmee ik makkelijker letters kan raden als ik er al een paar goed heb. Het zou me verbazen als het me niet zou lukken binnen een paar minuten elk willekeurig woord van 10 letters te raden.
Wat heeft dit met de kansrekening zoals die is toegepast op abiogenese te maken? Net als in het voorbeeld van "galgje voor gevorderden" geldt dat er voor abiogenese heel andere resultaten uitkomen als je eenmaal rekening houdt met de regels van het spel. De regels van de chemie bepalen welke combinaties van atomen en aminozuren zinnig zijn. Ook is geen enkele reden om aan te nemen dat moleculen in één enkele reactie gevormd worden. Het is veel waarschijnlijker dat complexe moleculen ontstaan uit een hele serie van chemische reacties. Elk tussenstadium is vergelijkbaar met een letter in galgje die blijft staan als je hem eenmaal geraden hebt. Het aantal pogingen dat nodig is om een serie reacties te laten verlopen is dan een stuk kleiner, want je hoeft niet steeds opnieuw te beginnen.
Uiteraard kennen we nog lang niet alle regels van het spel. De hoeveelheden mogelijke eiwitten en reacties zijn onvoorstelbaar hoog en we ontdekken er nog steeds meer bij. Toch is het nu al duidelijk dat de kansrekening op veel grotere kansen uit zal komen dan tegenstanders van evolutie/abiogenese ons willen doen geloven.
Zelfs dan nog kan de kans dat een bepaalde serie van reacties plaatsvindt zeer klein zijn. Dit betekent dat je dus nog steeds veel pogingen verwacht nodig te hebben om een bepaald eindresultaat te produceren. Maar hieruit kun je nog steeds niet afleiden of het mogelijk is of niet dat een bepaalde serie van reacties heeft plaatsgevonden. Daarvoor moet je ook kijken hoeveel pogingen je tot je beschikking had.
Daarbij moet je niet vergeten dat er vele pogingen tegelijk plaatsvinden. Er bestaan immers van elk soort molecuul vele exemplaren op aarde, biljoenen en biljoenen. Daarnaast had het leven ook miljarden jaren de tijd om te proberen de juiste reacties te vinden. Met al die moleculen, gedurende al die tijd, is het misschien zelfs onvermijdelijk dat er uiteindelijk bepaalde series van reacties optreden en er bepaalde moleculen ontstaan.
En daarom is het beroep op kansrekening een kansloos argument tegen abiogenese. De kansberekening zelf houdt geen rekening met de regels van de chemie en komt dus op een compleet verkeerd getal uit. Daarnaast garandeert het enorme aantal moleculen en de uiterst lange tijd dat de aarde bestaat dat zelfs uiterst kleine kansen met bijna zekerheid een keer vervuld worden.
Eigenlijk heeft het ontstaan van het eerste leven weinig met evolutie te maken, want evolutie is een verklaring voor de diversiteit en complexiteit van het leven, niet van het ontstaan ervan. Zelfs als het allereerste leven door een god geschapen is, dan nog kan evolutie waar zijn, dus dit beroep op kansrekening zegt niets over evolutie. Zoals ik hier ook al zei is het ontstaan van leven het terrein van abiogenese.
Ik vermoed dat de verwarring ontstaan is doordat evolutie door velen gezien wordt als "het wetenschappelijke scheppingsverhaal", als tegenhanger van het Christelijke scheppingsverhaal. Abiogenese hoort dus ook bij dat "wetenschappelijke scheppingsverhaal". Dus laten we eens kijken of dit beroep op kansrekening ook enig gewicht in de schaal legt tegenover het huidige wetenschappelijke begrip van abiogenese.
Het argument gaat meestal ongeveer als volgt: gegeven een verzameling aminozuren, wat is de kans dat ze allemaal tegelijkertijd samenkomen op precies die manier dat ze een bepaald eiwit (of DNA, of zelfs een bacterie) vormen? Dat hangt natuurlijk af van op hoeveel manieren je die atomen kan rangschikken. Meestal worden daar schattingen voor gegeven en worden daar dan weer kansen uitgerekend. De precieze waarden maken niet zoveel uit, de conclusie is altijd dat de kans uiterst klein is en daarom is het onmogelijk dat het zo gegaan is.
Daar ben ik het mee eens. Ik heb er zelfs totaal geen problemen mee om dat toe te geven, want de wetenschap beweert ook helemaal niet dat het wél zo gegaan is.
In plaats daarvan denken wetenschappers die zich met abiogenese bezighouden dat de ontwikkeling van simpele aminozuren tot primitieve cellen zich stapsgewijs heeft voltrokken. De kansrekening van elk klein stapje kon wel eens heel anders zijn, waarmee de kansberekening voor de hele ontwikkeling ook heel anders kan uitpakken.
Laat ik het principe uitleggen aan de hand van iets wat we allemaal kennen: galgje. Om het makkelijker te maken voor de kansrekening (maar moeilijker voor de speler) doen we "galgje voor gevorderden" en gebruiken we de regel dat je elke letter apart moet raden. Dus als een woord twee keer een 'A' heeft, moet je ook twee keer een 'A' raden. In dit voorbeeld gaan we een woord van 10 letters raden.
Met 10 letters hebben we 2610 verschillende mogelijke combinaties. Dat zijn meer dan 141 triljoen mogelijkheden! Dat betekent dat als ik willekeurig 10 letters neem, dat ik een kans van 1 op 141 triljoen heb om het goed te raden. Ik zou het natuurlijk bij de eerste gok al goed kunnen hebben, maar dat is niet echt waarschijnlijk. Als ik elke tien seconden willekeurig een combinatie van 10 letters kies, dan verwacht ik dat het me een kleine 45 miljoen jaar kost om het juiste antwoord te vinden. Dus kan ik het woord nooit raden.
Maar je voelt natuurlijk al aan dat dat niet klopt. Dit is een stukje kansrekening dat geen enkele rekening houdt met de regels van galgje: ik hoef niet alle 10 letters tegelijk te raden, maar mag letter voor letter raden. Elke letter die ik correct raad blijft staan. Ik hoef dus niet steeds opnieuw te beginnen. Zelfs als ik compleet willekeurig letters raad, kan ik verwachten het woord te raden in 10×26 pogingen, in plaats van 2610 pogingen. Dat is beduidend minder! En dan heb ik nog niet eens gebruik gemaakt van het feit dat de meeste van de 2610 combinaties geen zinnige woorden vormen, of dat bepaalde letters of combinaties vaker voorkomen dan andere, waarmee ik makkelijker letters kan raden als ik er al een paar goed heb. Het zou me verbazen als het me niet zou lukken binnen een paar minuten elk willekeurig woord van 10 letters te raden.
Wat heeft dit met de kansrekening zoals die is toegepast op abiogenese te maken? Net als in het voorbeeld van "galgje voor gevorderden" geldt dat er voor abiogenese heel andere resultaten uitkomen als je eenmaal rekening houdt met de regels van het spel. De regels van de chemie bepalen welke combinaties van atomen en aminozuren zinnig zijn. Ook is geen enkele reden om aan te nemen dat moleculen in één enkele reactie gevormd worden. Het is veel waarschijnlijker dat complexe moleculen ontstaan uit een hele serie van chemische reacties. Elk tussenstadium is vergelijkbaar met een letter in galgje die blijft staan als je hem eenmaal geraden hebt. Het aantal pogingen dat nodig is om een serie reacties te laten verlopen is dan een stuk kleiner, want je hoeft niet steeds opnieuw te beginnen.
Uiteraard kennen we nog lang niet alle regels van het spel. De hoeveelheden mogelijke eiwitten en reacties zijn onvoorstelbaar hoog en we ontdekken er nog steeds meer bij. Toch is het nu al duidelijk dat de kansrekening op veel grotere kansen uit zal komen dan tegenstanders van evolutie/abiogenese ons willen doen geloven.
Zelfs dan nog kan de kans dat een bepaalde serie van reacties plaatsvindt zeer klein zijn. Dit betekent dat je dus nog steeds veel pogingen verwacht nodig te hebben om een bepaald eindresultaat te produceren. Maar hieruit kun je nog steeds niet afleiden of het mogelijk is of niet dat een bepaalde serie van reacties heeft plaatsgevonden. Daarvoor moet je ook kijken hoeveel pogingen je tot je beschikking had.
Daarbij moet je niet vergeten dat er vele pogingen tegelijk plaatsvinden. Er bestaan immers van elk soort molecuul vele exemplaren op aarde, biljoenen en biljoenen. Daarnaast had het leven ook miljarden jaren de tijd om te proberen de juiste reacties te vinden. Met al die moleculen, gedurende al die tijd, is het misschien zelfs onvermijdelijk dat er uiteindelijk bepaalde series van reacties optreden en er bepaalde moleculen ontstaan.
En daarom is het beroep op kansrekening een kansloos argument tegen abiogenese. De kansberekening zelf houdt geen rekening met de regels van de chemie en komt dus op een compleet verkeerd getal uit. Daarnaast garandeert het enorme aantal moleculen en de uiterst lange tijd dat de aarde bestaat dat zelfs uiterst kleine kansen met bijna zekerheid een keer vervuld worden.
Labels:
abiogenese,
DNA,
evolutie,
kansrekening,
wetenschap
zaterdag 14 maart 2009
De verlokking van complottheorieën
Na mijn bericht over de falsifieerbaarheid van de evolutie wilde ik het eens over complottheorieën hebben. Er bestaan er vele, maar ik noem er slechts een paar:
Wat hebben deze theorieën met elkaar gemeen? In alle gevallen is er sprake van verregaand bedrog, dat tot nu toe goed geheim gehouden is, op een paar vage aanwijzingen na. In alle gevallen zijn de verdachten groepen die toch al niet vertrouwd worden, zoals de Amerikaanse regering, Joden, of atheïsten.
En in alle gevallen zijn ze compleet onfalsifieerbaar.
Ik zou zelfs willen zeggen dat complottheorieën het schoolvoorbeeld zijn van onfalsifieerbare theorieën. Alles wat je aanvoert om een complottheorie te ontkrachten kan immers afkomstig zijn van iemand die bij het complot betrokken is. En als hij niet direct bij het complot betrokken is, dan is hij toch zeker onder de invloed van het complot, of is hij op zijn allerminst simpelweg in het bedrog gestonken. Als zelfs dat niet werkt, dan kun je altijd nog zeggen dat je niet kan bewijzen dat er geen complot is. Je kunt immers niet bewijzen dat iets er niet is, je kunt nou eenmaal niet overal kijken.
Het bewijsmateriaal dat wordt gepresenteerd om een complottheorie te ondersteunen is doorgaans vrij dubieus van aard. Veel bewijs blijkt in de vorm van negatief bewijs te zijn: een fout in een officiële verklaring (zelfs als deze later recht gezet is), of een klein feit wat zich niet makkelijk laat verklaren, of een feit wat om een andere reden nooit duidelijk is geworden. Hele lijsten van dit soort "bewijs" worden er verzameld, alleen maar om aan te tonen dat het "officiële" verhaal niet klopt. Zelden zul je bewijs krijgen die aantoont wat er dan wél gebeurd is. En als je dat al krijgt gaat het meestal om vage foto's, niet te controleren verklaringen, of verklaringen die elkaar regelrecht tegenspreken.
Waarom geloven dan toch zoveel mensen in complottheorieën? Soms kan een complottheorie emotioneel beter aanvaardbaar zijn dan de waarheid. Bijvoorbeeld, voor veel sympathisanten met de Nazi-ideologie is het moeilijk te verteren dat de Nazi's in de tweede wereldoorlog systematisch miljoenen mensen de dood in gejaagd hebben. Het is veel prettiger voor hun om te geloven dat het gewoon een propaganda-praatje is van de "Zionisten". Of het was gewoon te moeilijk om te bevatten dat een zootje ongeregeld uit Afghanistan toch zo gecoördineerd waren dat ze twee airliners het WTC binnen konden vliegen.
En soms is een complottheorie gewoon veel leuker dan de werkelijkheid. Buitenaardse wezens zijn toch veel spannender dan een experimentele militaire ballon?
Maar als je met aanhangers van complottheorieën in discussie gaat, kan een ander aspect je eigenlijk ook niet ontgaan: de aanhangers beschouwen zich stuk voor stuk als sceptici, maar vooral als mensen die niet voor de gek gehouden kunnen worden. Zij zijn immers in staat om door het bedrog heen te kijken en de waarheid te zien: het is een complot. Door deze ego-boost komt het blijkbaar niet bij ze op dat juist de gedachte dat zij immuun zijn voor bedrog ervoor zorgt dat ze in het bedrog van een complottheorie terecht zijn gekomen en deze ook niet meer los kunnen laten.
Aanhangers van complottheorieën zijn echter geen echte sceptici, maar pseudo-sceptici. Een echte scepticus zou doorhebben dat een complottheorie niet falsifieerbaar is en daarom niet de moeite waard om er veel geloof in te hechten.
Uiteraard zou het kunnen dat één of meer van de bovengenoemde complotten toch waar is. Per slot van rekening zijn er in het verleden ook echte complotten gevonden. Dus misschien worden we in het geheim al door de illuminati geregeerd. Misschien dat onze gedachten al gelezen kunnen worden, of op afstand gemanipuleerd. Maar tot er concreet bewijs is, laat ik de aluminium hoedjes voorlopig even links liggen, als je het niet erg vindt.
- De Amerikaanse regering heeft de aanslagen van 11 september 2001 zelf in scene gezet.
- De Joden en/of de VN hebben de gaskamers verzonnen om meer sympathie voor Israël te kweken.
- De maanlanding is opgenomen in een studio in Hollywood.
- De Amerikaanse luchtmacht verbergt de wrakstukken van een buitenaards ruimteschip dat gecrasht is in Roswell.
- En natuurlijk: evolutie is een onderdeel van de atheïstische wetenschappelijke gemeenschap, die de waarheid van de schepping systematisch onderdrukt in hun poging religie uit te bannen.
Wat hebben deze theorieën met elkaar gemeen? In alle gevallen is er sprake van verregaand bedrog, dat tot nu toe goed geheim gehouden is, op een paar vage aanwijzingen na. In alle gevallen zijn de verdachten groepen die toch al niet vertrouwd worden, zoals de Amerikaanse regering, Joden, of atheïsten.
En in alle gevallen zijn ze compleet onfalsifieerbaar.
Ik zou zelfs willen zeggen dat complottheorieën het schoolvoorbeeld zijn van onfalsifieerbare theorieën. Alles wat je aanvoert om een complottheorie te ontkrachten kan immers afkomstig zijn van iemand die bij het complot betrokken is. En als hij niet direct bij het complot betrokken is, dan is hij toch zeker onder de invloed van het complot, of is hij op zijn allerminst simpelweg in het bedrog gestonken. Als zelfs dat niet werkt, dan kun je altijd nog zeggen dat je niet kan bewijzen dat er geen complot is. Je kunt immers niet bewijzen dat iets er niet is, je kunt nou eenmaal niet overal kijken.
Het bewijsmateriaal dat wordt gepresenteerd om een complottheorie te ondersteunen is doorgaans vrij dubieus van aard. Veel bewijs blijkt in de vorm van negatief bewijs te zijn: een fout in een officiële verklaring (zelfs als deze later recht gezet is), of een klein feit wat zich niet makkelijk laat verklaren, of een feit wat om een andere reden nooit duidelijk is geworden. Hele lijsten van dit soort "bewijs" worden er verzameld, alleen maar om aan te tonen dat het "officiële" verhaal niet klopt. Zelden zul je bewijs krijgen die aantoont wat er dan wél gebeurd is. En als je dat al krijgt gaat het meestal om vage foto's, niet te controleren verklaringen, of verklaringen die elkaar regelrecht tegenspreken.
Waarom geloven dan toch zoveel mensen in complottheorieën? Soms kan een complottheorie emotioneel beter aanvaardbaar zijn dan de waarheid. Bijvoorbeeld, voor veel sympathisanten met de Nazi-ideologie is het moeilijk te verteren dat de Nazi's in de tweede wereldoorlog systematisch miljoenen mensen de dood in gejaagd hebben. Het is veel prettiger voor hun om te geloven dat het gewoon een propaganda-praatje is van de "Zionisten". Of het was gewoon te moeilijk om te bevatten dat een zootje ongeregeld uit Afghanistan toch zo gecoördineerd waren dat ze twee airliners het WTC binnen konden vliegen.
En soms is een complottheorie gewoon veel leuker dan de werkelijkheid. Buitenaardse wezens zijn toch veel spannender dan een experimentele militaire ballon?
Maar als je met aanhangers van complottheorieën in discussie gaat, kan een ander aspect je eigenlijk ook niet ontgaan: de aanhangers beschouwen zich stuk voor stuk als sceptici, maar vooral als mensen die niet voor de gek gehouden kunnen worden. Zij zijn immers in staat om door het bedrog heen te kijken en de waarheid te zien: het is een complot. Door deze ego-boost komt het blijkbaar niet bij ze op dat juist de gedachte dat zij immuun zijn voor bedrog ervoor zorgt dat ze in het bedrog van een complottheorie terecht zijn gekomen en deze ook niet meer los kunnen laten.
Aanhangers van complottheorieën zijn echter geen echte sceptici, maar pseudo-sceptici. Een echte scepticus zou doorhebben dat een complottheorie niet falsifieerbaar is en daarom niet de moeite waard om er veel geloof in te hechten.
Uiteraard zou het kunnen dat één of meer van de bovengenoemde complotten toch waar is. Per slot van rekening zijn er in het verleden ook echte complotten gevonden. Dus misschien worden we in het geheim al door de illuminati geregeerd. Misschien dat onze gedachten al gelezen kunnen worden, of op afstand gemanipuleerd. Maar tot er concreet bewijs is, laat ik de aluminium hoedjes voorlopig even links liggen, als je het niet erg vindt.
Labels:
complottheorieën,
evolutie,
falsifieerbaarheid,
wetenschap
zaterdag 7 maart 2009
Evolutie onfalsifieerbaar?
Een goede theorie is falsifieerbaar. Dat wil zeggen dat als de theorie niet klopt, dat er een manier moet zijn om daar achter te komen. Dus als ik zwaartekracht wil verklaren met onzichtbare elfjes die objecten naar elkaar toe duwen, en die hun magische krachten gebruiken om niet ontdekt te worden, dan heb ik een onfalsifieerbare theorie bedacht. Er bestaat geen enkel mogelijk bewijs dat tot een tegenstelling van deze theorie leidt, want al het mogelijk tegenbewijs wordt prima verklaard doordat de elfjes ons met hun magie voor de gek houden. Schelmse wezentjes, die elfjes.
Een vaak gehoorde klacht van de wat beter opgeleide tegenstanders van evolutie is dat evolutie ook niet gefalsifieerd kan worden. De redenatie komt erop neer dat elke keer als er verschijnselen gevonden worden die niet binnen de evolutie-theorie lijken te passen, dat er dan een nieuwe uitleg gevonden wordt, zodat het ineens toch weer past. Bijvoorbeeld, het feit dat pauwen zulke opvallende staarten hebben past niet lekker bij natuurlijke selectie: roofdieren kunnen daardoor de pauwen makkelijker zien, terwijl de pauw door zijn lange staart niet eens meer behoorlijk kan vliegen. Dit verhoogt de overlevingskans van een pauw niet bepaald, dus hoe kan natuurlijke selectie het ontstaan van pauwen verklaren? Hiervoor werd seksuele selectie toegevoegd aan natuurlijke selectie: de vrouwtjes kiezen de mannetjes met de mooiste staarten als partners, dus blijven alleen de mooie staarten over in de nakomelingen.
Dus liever dan natuurlijke selectie te falsifiëren en dus te verwerpen, is er wat nieuws verzonnen, is de kritiek.
Is deze kritiek terecht? Ik denk van niet. Stel dat je net hebt ontdekt dat alles wat je omhoog gooit in een mooi boogje weer naar beneden valt. Je bent zelfs al zover dat je precies kan uitrekenen welke vorm dat boogje heeft, afhankelijk van de hoek en de snelheid waarmee je een object omhoog gooit. En keer op keer kloppen je berekeningen met het boogje wat je waarneemt.
En dan loop je naar buiten, je hoort lawaai boven je en je kijkt omhoog, waar een vliegtuig in een rechte lijn over komt zetten. Niks naar beneden vallen. Niks boogje.
Wat doe je dan? Loop je naar binnen en verfrommel je al je aantekeningen, want er klopt duidelijk niets van je theorieën en je berekeningen? Of zou je kunnen denken dat je theorieën best wel goed waren, maar dat er misschien bij het vliegtuig iets anders aan de hand is? Dat er misschien een extra effect bestaat waar je nog niet aan had gedacht?
Dit is precies wat er gebeurde met de verklaring voor pauwen. Het bestaan van pauwen met overdreven grote en kleurrijke staarten bewees niet dat natuurlijke selectie verworpen moest worden, het toonde enkel aan dat natuurlijke selectie niet de volledige verklaring voor evolutie was. De aanvullende verklaring van seksuele selectie verklaarde wel hoe pauwen aan hun extravagante staarten komen. Maar om seksuele selectie werd niet geaccepteerd enkel en alleen omdat het een tekortkoming in de evolutietheorie opgevulde. Seksuele selectie als verklaring heeft zijn eigen bewijs nodig. Dat bewijs is makkelijk genoeg te vinden, bijvoorbeeld door pauwen te observeren en te zien dat de vrouwtjes inderdaad de voorkeur geven aan de mannetjes met de meest indrukwekkende staarten. Op basis van dit en ander bewijs is seksuele selectie geaccepteerd als een geldige verklaring voor het ontstaan van pauwenstaarten en vele andere vreemde lichaamsvormen in de natuur.
Blijkbaar bestond er dus bewijs dat aangaf dat de evolutietheorie niet compleet was. Het is nog steeds denkbaar dat er bewijs gevonden wordt waarop we de evolutietheorie moeten aanpassen of uitbreiden. Sterker nog, dat gebeurt dan ook regelmatig. Alleen dit feit geeft al aan dat de bewering dat evolutie niet gefalsifieerd kan worden onjuist is.
Ook bevat evolutie geen ingebouwd antwoord op alle mogelijke kritiek. De theorie was onvolledig, en moest worden uitgebreid met nieuwe verklaringen. Dit is meerdere malen gedaan en zal nog wel vaker gebeuren ook.
Het basis-idee van evolutie staat echter nog fier overeind: evolutie wordt voornamelijk veroorzaakt door overerving van eigenschappen met modificaties aan de ene kant en natuurlijke selectie aan de andere. Er is tot zover geen enkele reden geweest dit idee te verwerpen. Wel hebben we vele extra effecten die invloed hebben op evolutie ontdekt: niet alleen seksuele selectie, maar ook bijvoorbeeld genetische drift, of laterale gen-overdracht. Daarmee is ons begrip van evolutie nu een stuk vollediger dan het begrip dat Darwin had. De theorie is duidelijk aangepast aan nieuw bewijs en heeft daarmee bewezen te voldoen aan de criteria van falsifieerbaarheid.
Een vaak gehoorde klacht van de wat beter opgeleide tegenstanders van evolutie is dat evolutie ook niet gefalsifieerd kan worden. De redenatie komt erop neer dat elke keer als er verschijnselen gevonden worden die niet binnen de evolutie-theorie lijken te passen, dat er dan een nieuwe uitleg gevonden wordt, zodat het ineens toch weer past. Bijvoorbeeld, het feit dat pauwen zulke opvallende staarten hebben past niet lekker bij natuurlijke selectie: roofdieren kunnen daardoor de pauwen makkelijker zien, terwijl de pauw door zijn lange staart niet eens meer behoorlijk kan vliegen. Dit verhoogt de overlevingskans van een pauw niet bepaald, dus hoe kan natuurlijke selectie het ontstaan van pauwen verklaren? Hiervoor werd seksuele selectie toegevoegd aan natuurlijke selectie: de vrouwtjes kiezen de mannetjes met de mooiste staarten als partners, dus blijven alleen de mooie staarten over in de nakomelingen.
Dus liever dan natuurlijke selectie te falsifiëren en dus te verwerpen, is er wat nieuws verzonnen, is de kritiek.
Is deze kritiek terecht? Ik denk van niet. Stel dat je net hebt ontdekt dat alles wat je omhoog gooit in een mooi boogje weer naar beneden valt. Je bent zelfs al zover dat je precies kan uitrekenen welke vorm dat boogje heeft, afhankelijk van de hoek en de snelheid waarmee je een object omhoog gooit. En keer op keer kloppen je berekeningen met het boogje wat je waarneemt.
En dan loop je naar buiten, je hoort lawaai boven je en je kijkt omhoog, waar een vliegtuig in een rechte lijn over komt zetten. Niks naar beneden vallen. Niks boogje.
Wat doe je dan? Loop je naar binnen en verfrommel je al je aantekeningen, want er klopt duidelijk niets van je theorieën en je berekeningen? Of zou je kunnen denken dat je theorieën best wel goed waren, maar dat er misschien bij het vliegtuig iets anders aan de hand is? Dat er misschien een extra effect bestaat waar je nog niet aan had gedacht?
Dit is precies wat er gebeurde met de verklaring voor pauwen. Het bestaan van pauwen met overdreven grote en kleurrijke staarten bewees niet dat natuurlijke selectie verworpen moest worden, het toonde enkel aan dat natuurlijke selectie niet de volledige verklaring voor evolutie was. De aanvullende verklaring van seksuele selectie verklaarde wel hoe pauwen aan hun extravagante staarten komen. Maar om seksuele selectie werd niet geaccepteerd enkel en alleen omdat het een tekortkoming in de evolutietheorie opgevulde. Seksuele selectie als verklaring heeft zijn eigen bewijs nodig. Dat bewijs is makkelijk genoeg te vinden, bijvoorbeeld door pauwen te observeren en te zien dat de vrouwtjes inderdaad de voorkeur geven aan de mannetjes met de meest indrukwekkende staarten. Op basis van dit en ander bewijs is seksuele selectie geaccepteerd als een geldige verklaring voor het ontstaan van pauwenstaarten en vele andere vreemde lichaamsvormen in de natuur.
Blijkbaar bestond er dus bewijs dat aangaf dat de evolutietheorie niet compleet was. Het is nog steeds denkbaar dat er bewijs gevonden wordt waarop we de evolutietheorie moeten aanpassen of uitbreiden. Sterker nog, dat gebeurt dan ook regelmatig. Alleen dit feit geeft al aan dat de bewering dat evolutie niet gefalsifieerd kan worden onjuist is.
Ook bevat evolutie geen ingebouwd antwoord op alle mogelijke kritiek. De theorie was onvolledig, en moest worden uitgebreid met nieuwe verklaringen. Dit is meerdere malen gedaan en zal nog wel vaker gebeuren ook.
Het basis-idee van evolutie staat echter nog fier overeind: evolutie wordt voornamelijk veroorzaakt door overerving van eigenschappen met modificaties aan de ene kant en natuurlijke selectie aan de andere. Er is tot zover geen enkele reden geweest dit idee te verwerpen. Wel hebben we vele extra effecten die invloed hebben op evolutie ontdekt: niet alleen seksuele selectie, maar ook bijvoorbeeld genetische drift, of laterale gen-overdracht. Daarmee is ons begrip van evolutie nu een stuk vollediger dan het begrip dat Darwin had. De theorie is duidelijk aangepast aan nieuw bewijs en heeft daarmee bewezen te voldoen aan de criteria van falsifieerbaarheid.
Abonneren op:
Posts (Atom)